These summaries
+380.000 other summaries
A unique study tool
A rehearsal system for this summary
Studycoaching with videos
Remember faster, study better. Scientifically proven.


Summary - Marketingoriëntatie
-
1 Marketing management H2
-
VerkopersmarktWil zeggen dat er een tekort bestaat aan een aantal producten waardoor de producenten/verkopers het voor het zeggen hebben. -
Kopersmarktdit betekent dat er een overvloed is van producten
-
AfnemerGroothandel of detailhandel
-
Finale afnemerde finale afnemer gebruikt het product voor eigen behoefte
-
Industriële afnemerIndustriële afnemer koopt goederen met als doel deze weer door te verkopen.
-
Consumentenmarketingricht zich op de consumentenmarkt
-
Industriëlemarketingricht zich op de B2B markt
-
DMU (Decesion making unit)Die namens een bedrijf aankopen/beslissingen nemen.
-
GatekeeperEen gatekeeper is de gene die de informatiestroom beheerst.
-
ReciprociteitReciprociteit is als leveranciers en afnemers over en weer goederen van elkaar overnemen.
-
Marketing instrumenten1 Product2 Prijs3 Plaats4 Promotie
-
Hoofdstuk 1
-
1.1 2.1 Management en organisaties
-
wat is een organisatiegeordende groep mensen die middelen tot beschikking heeft om een bepaald doel te realiseren
-
3 soorten organisatiestructuurlijnrelatie, stafrelatie en matrixorganisatie
-
stafrelatie?
is verantwoordelijk voor de kwaliteit van advies en dus niet de uitvoering.
bv een directiesecretaresse - maakt informatie overzichtelijk voorzien van de juiste kwaliteit voor haar baas -
lijn staf organisatie?combinatie van 'eenheid van bevel' met 'specialisten' voor de manager
-
matrixorganisatie?Medewerkers binnen deze organisatievorm worden door verschillende leiders aangestuurd.
-
wat is core business?kernactiviteit van een bedrijf
-
SBU
strategic business unit
- eigen doelstelling en missie
- eigen strategisch ond. plan
- marktgeorienteerd
- eigen doelgroepen
- eigen budgetten
- eigen producten -
SMARTdoelstelling zijn bij voorkeur: specifiek
meetbaar
accepatbel
realistisch
tijdsgebonden -
3 soorten leiders mogelijk binnen matrixorganisatie. Welke?hierarchische leider -
eindverantwoordelijk
operationele leider
verantwoordelijk voor uitvoer
functionele leider
specialist -
lijnrelatierelatie tussen leider en ondergeschikte. Kenmerk is eenheid van bevel, dwz een ondergeschikte heeft slechts één chef boven zich.
-
management ?
management is het leiden van een organisatie naar een bepaald doel
-
psychografische variabelenvariabelen obv persoonlijkheid en levenstijl
Read the full summary
This summary. +380.000 other summaries. A unique study tool. A rehearsal system for this summary. Studycoaching with videos.

Summary - Marketingorientatie
-
1 Marketing
-
Marketing:Op de markt brengen.
-
Marketingbestudeert het gedrag van de afnemers en stelt daarbij hun behoeften centraal.
-
Marketing bestudeert het gedrag van de afnemers en stelt daarbij hun behoeften centraal.
-
Welke marktbenadering orientaties zijn er?1. product orientatie2. productie orientatie3. verkoop orientatie4. marketingorientatie5. maatschappelijke orientatie
-
Marketing probeert antwoord te geven op vragen als:Welke behoeften zijn er?Hoe kunnen we hierin voorzien?Met welke producten kunnen we hierin voorzien?Welke mensen willen deze producten kopen?Welke prijs willen ze ervoor betalen?Hoe weten we dat deze producten worden aangeboden en waar ze de producten kopen?
-
Verkopersmarkter bestaat een tekort aan allerlei producten zodat de producten/ verkopers het eigenlijk voor het zeggen hebben.
-
Marketing 2:Het bevredigen van de wensen en de behoeften van de afnemers.
-
Productorienatiezo veel mogelijk produceren van producten tegen zo laag mogelijke kosten (tijdens de industriele revolutie).
-
We kunnen de volgende marktbenaderingsorientaties onderscheiden:1. productorientatie2. productieorientatie3. verkooporientatie4. marketingorientatie5. maatschappelijkeorientatie
-
Product orientatieDe consument koopt alleen producten, die het meeste waar voor hun geld bieden. De kwaliteit van het product een belangrijke voorwaarde (begin jaren 20 vorige eeuw).
-
Productieorientatie:Zo veel mogelijk te produceren van producten tegen zo laag mogelijke kosten.
-
Kopersmarktde schaarste maakte plaats voor een overvloed aan producten. Consumenten hadden genoeg keuze.
-
Verkopersmarkt:Er bestaat een tekort aan allerlei producten zodat de producenten, verkopers het voor het zeggen hebben.
-
Verkoop orientatieOverschot aan producten waardoor het goed kunnen verkopen erg belangrijk werd (bv. d.m.v. reclame) tussen 1930 en 1950
-
Productorientatie:Een goed product verkoopt zichzelf.
-
MarketingorientatieHierbij staan de wensen en verlangens van de afnemers in het ondernemingsbeleid centraal. Ondernemer moet zoveel mogelijk kennis verkrijgen van die wensen en verlangens van de consument, d.m.v. bijv. marktonderzoek. (na 1950)
-
Verkooporientatie:Reclame
-
Maatschappelijke orientatieEr wordt rekening gehouden met de belangen van de afnemer (bescherming van milieu), laatste jaren.
-
Marketingorientatie:De wensen en verlangens van de afnemers in het ondernemingsbeleid staan centraal.
-
Finale afnemerkoopt/ gebruikt een product om in zijn eigen behoeften te voorzien.
-
Maatschappelijkeorientatie:Maatschappelijk verantwoord ondernemen.
-
Industriele afnemerkoopt goederen/ diensten met het doel deze weer door te verkopen
-
Afnemer:Particulier of een organisatie die producten of diensten koopt of huurt.
-
Afzetmarktalle afnemers van een bedrijf bij elkaar
-
Twee soorten afnemers:- De finale afnemer- De industriele afnemer
-
potentiele afnemersafnemers die het product overwegen te kopen.
-
De finale afnemer:Koopt, gebruikt een product om in zijn eigen behoeften te voorzien.
-
afgeleide vraagconsumenten beslissen zelf of ze producten kopen, ze zijn autonoom
-
De industriele afnemer:Koopt goederen, diensten met het doel deze weer door te verkopen.
-
reciprociteitals leverancier en afnemer over en weer producten van elkaar afnemen.
-
Industriele marketing:Marketing gericht op de industriele afnemer.
-
4 p's (5 p's)1. product2. prijs3. plaats4. promotie(5. personeel)
-
Consumentenmarketing:Marketing gericht op de consument.
-
Marketingmixde marketinginstrumenten worden steeds in een bepaalde combintie gebruikt.
-
Handelsmarketing, trademarketing:Richt zich op distribuanten
-
P. Productfysieke product, de verpakking, garantie, service, het merk, assortiment en kwaliteit.
-
Afzetmarkt:Alle afnemers van een bedrijf.
-
P. Prijskijken naar de prijs van de concurrentie (prijzen die de concurrent hanteert of die de consument wil betalen. En de kortingen).
-
Potentiele afnemers:Afnemers die overwegen het product te kopen.
-
P. PlaatsDe ondernemer wil de producten in de richting van de consument distribueren (distributiebeleid). Ook waar hij ze wil verkopen.
-
4 marketinginstrumenten:- product- prijs- plaats-promotie
-
Promotiemix- persoonlijke verkoop- sales promotions- reclame- public relations- sponsoring
-
Productmix:Heeft niet alleen betrekking op het fysieke tastbare product. (verpakking...)
-
P. PromotiePromotiemix
-
Distributiebeleid:De plaats heeft betrekking op de wijze waarop de ondernemer de producten in de richting van de consument wil distribueren.
-
OmgevingsfactorenBij het bepalen van het beleid moet de onderneming rekening houden met factoren uit de maatschappij die van invloed zijn op de manier waarop de onderneming haar beleid bepaalt.
-
Promotiemix:- persoonlijke verkoop- sales promotion- reclame- public relations- sponsoring
-
Interne omgevingsfactoren (binnen het bedrijf)- productiecapaciteit- financiering- marketingmix- het personeel
-
Persoonlijke verkoop:De ondernemer moet vaststellen hoeveel vertegenwoordigers er nodig zijn om een bepaalde markt te bewerken.
-
Financeringkostbare machines aanschaffen om de productiecapaciteit te vergroten.
Read the full summary
This summary. +380.000 other summaries. A unique study tool. A rehearsal system for this summary. Studycoaching with videos.
Latest added flashcards
wat is reciprociteit?
zie Hollestelle, we kopen van elkaar
nettoverkoopprijs
verkoopprijs zonder btw
consumenten pijs
de verkoop prijs
gemengd budget
als er vast en variabele kosten in zitten
variabel budget
een budget die op de prestaties is gebaseerd
vaste budget
als er een jaarbudget is voor een product omdat je productiviteit niet kan meten
begroting
een voorspelling van inkomsten en uitgaven
integrale standaardkostprijs
wat het gemiddeld kost om een product te maken
normale productie
de productie die ongeveer gemaakt word iedere maand
werkelijke productie
de productie die de gekozen periode word gemaakt