Deze samenvatting
+380.000 andere samenvattingen
Een unieke studietool
Een oefentool voor deze samenvatting
Studiecoaching met filmpjes
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

PREMIUM samenvattingen zijn gecontroleerd op kwaliteit en speciaal geselecteerd om je leerdoelen nog sneller te kunnen bereiken!

Samenvatting - Als opvoeden niet vanzelf gaat : orthopedagogiek in de praktijk
-
1 Wat is orthopedagogiek?
-
Wat is de definitie van orthopedagogiek?
Orthopedagogiek is de wetenschap die zich bezighoudt bijzondere of specifieke opvoeding en het in zijn ontwikkeling belemmerende kind.
-
Regulatieve cyclus bestaat uit 7 dingen
1. Probleemstelling ; definitie probleem, hulpvraag stellen.
2. Reflexieve pauze ; oorzaak - gevolg.
3. Diagnose ; definitie hoofdprobleem.
4. Plan maken ; lange en korte termijn doelen formuleren.
5. Reflexieve pauze ; werkdoelen met middelen formuleren.
6. Ingreep ; plan uitvoeren.
7. Evaluatie ; vooruitgang evalueren.
-
Wat zijn de opvattingen van J.F.W. Kok over opvoeden?- Kok spreekt van een groeiend kindperspectief bij een afnemend opvoedersperspectief. Er vindt een verschuiving plaats naar meer verantwoordelijkheid voor het kind en daarmee gaat opvoeden naarmate het kind ouder wordt, langzaamaan over in (be)geleiding.
- Opvoeden is een 'samen op weg zijn, zonder het waarheen te kennen'. Hij heeft het niet over het doel van opvoeden, maar over perspectief.
- Mensen worden geboren met een startpakket als bagage met ontwikkelingsmogelijkheden die tot uiting komen in interactie met de omgeving. Ontwikkelen van eigenheid. -
Wat is handelingsverlegenheid?Wanneer een ouder niet meer weet hoe het moe handelen.
-
Wat is orthopedaggiekIs de wetenschap die zich bezighoudt wanneer opvoeden niet vanzelf gaat
-
Waarom is de orthopedagogiek gericht?
Gericht op problemen in de opvoeding en in het onderwijs, met kinderen en
volwassenen met verstandelijke, zintuiglijke en motorische beperkingen, met
psychiatrische stoornissen en gedragsproblemen.
-
4 vormen van hechting
a. angstig / vermijdend. laat opvoeder los, te exploratief.
b. veilige hechting.
c. ambivalent - angstig / afwerend. moeite met moeder loslaten. claimen, dit niet aankunnen en afweren.
d. gedesorganiseerd. vreemde manier van reageren, is doelloos en angstig bij opvoeder.
-
Wat moeten ouders beheersen in de opvoeding?- Ouders moeten sensitief en responsief zijn. Wanneer ouders dit doen gaat het proces van het ontwikkelen van eigenheid van het kind beter.
-
Met welk werkgebied heeft de orthopedagogiek voornamelijk te maken?
Overlap met ontwikkelingspsychologie en kinder- en jeugdpsychiatrie
-
Triade autisme volgens DSM-IV
Communicatie ; stoornissen in sociale contacten.
Taal ; stoornissen in verbale en non-verbale communicatie.
Motorische onrust ; beperkte, herhalende stereotype patronen.
-
Wat is het intentionele ofwel doelgerichte karakter van de opvoeding?Binnen het functionele proces biedt de opvoeder ook doelgericht invloed uit. Hij wil het kind iets leren, hem iets duidelijk maken of iets laren ervaren.
-
Wat is de reden dat het aantal jongeren in de hulpverlening groeit?
(Smeets)
Jeugdtoleratieniveau: men kan weinig hebben van de jeugd
Psychologisering: Opvoedingsproblemen wordt gemakkelijker contact gelegd met hulpverlening. stempel op het kind.
Criminalisering: problematisch gedrag wordt steeds vaker gezien als crimineel gedrag wat vervolging nodig heeft. -
Je hebt een verstandelijke beperking als je IQ lager is dan70
-
Welke ontwikkelingen/ moeilijkheden komen er vaker voor bij bureau Jeugdzorg? Uitgezocht door commissie Heijnen?
Multiproblematiek
Medicalisering
Onvoldoende eerstelijnszorg
Perverse prikkels
-
transactioneel model bestaat uit 3 kenmerken en gaat om
kind kenmerken
ouder kenmerken
omgeving kenmerken
het gaat om de beïnvloeding van de een op de ander
-
Op welke competenties is de maatschappij & het onderwijs gericht en wat is hier de tegenhanger van?
Gericht op: zelfstandigheid, samenwerken, plannen.
Empowerment is de tegenhanger. - Krachten worden benadrukt. -
Angst heeft 3 verschijnselen
motorisch verschijnsel - trillen
fysiologisch verschijnsel - verhoogde hartslag
cognitief verschijnsel - controle verlies, niet meer logisch kunnen nadenken
-
Wie benadrukt de opvoedingsimpasse en wat houdt dat in?
Meneer Sleutel. De opvoeder vind dat hij of zij niet geslaagd is in de opvoeding van het kind. Ze weten niet meer wat ze moeten doen en zijn vaak al te laat om aan de bel te trekken voor opvoedingshulp.
-
8 soorten angststoornissen
separatie angst ; angst om gescheiden te zijn van opvoeder.
gegeneraliseerde angst ; angst voor alledaagse dingen.
specifieke fobie ; angst voor een specifiek iets - angstaanvallen.
sociale fobie ; angst voor hoe andere mensen over je denken.
paniek stoornis ; met of zonder aanleiding, angst voor komende aanval.
OCD ; obsessieve gedachten en gedwongen handelingen.
post traumatische stress stoornis ; verhoogde gevoeligheid na trauma.
agora angst ; angst voor open ruimtes en verlaten vertrouwde omgeving.
-
Welke definitie heeft de Ruijter bedacht over de orthopedagogiek?
de wetenschap over en ten bate van de
hulpverlening aan betrokkenen van een stagnerende
opvoeding.
-
4 soorten leerstoornissen
leesstoornis ; dyslexie
rekenstoornis ; dyscalculie
schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid stoornis ; gedachten niet kunnen schrijven
leerstoornis NAO ; voldoet niet aan alle criteria van boven.
-
Welke definitie heeft Ter Horst bedacht over de orthopedagogiek?
orthopedagogiek richt zich op de
problematische opvoedingssituatie, waarin men streeft naar
„herstel van het gewone leven‟
Speciale vraagstelling van kind
Betekenisgeving van gedrag kind door opvoeder
Handelingsverlegenheid van opvoeder
-
Dordts Strategisch Model bestaat uit 6 aspecten
sociaal aspect ; cultuur, school, werk, familie
gezinssysteem aspect ; interactie binnen gezin, huwelijksproblemen e.d.
gedragsmatig en cognitief aspect ; problemen of stoornissen op cognitief, gedragsmatig en emotioneel gebied. liegen/stelen
psychodynamisch aspect ; bepaalde driften&verlangens, kan deze niet uiten door verbod. Freud
ontwikkelings- en persoonlijkheids aspect ; karakter, temperament, identiteit
biologische aspect ; het ligt aan je lichaam en wat erin zit. kan alleen beantwoordt worden met medisch dossier
-
Welke definitie heeft Smeets bedacht voor de Orthopedagogiek?
benadrukt dat het gaat om een
opvoedingsimpasse en niet om alledaagse of kleine
problemen en stagnaties.
-
Assen van KOK
Affectieve as ; r is geen relatie - R is sterke relatie.
Cognitieve as ; S is structuur aanbieden - V is variatie bieden.
Conatieve as ; Z is zelfstandig - H is samen doen.
-
Welke definitie heeft Rispens bedacht over de orthopedagogiek?
de wetenschap die zich in onderzoek en
theorievorming richt op de beschrijving van de aard en de
achtergronden van het ontstaan van opvoedings-,
ontwikkelings- en schoolproblemen bij kinderen en jeugdigen,
met het oog op onderkenning, behandeling en preventie
-
Eerstegraads strategie vindt plaats in en bestaat uit 3 dingen
Deze strategie vindt plaats daar waar het kind wordt opgevoed.
Pedagogische relatie ; houding en handelen.
Pedagogisch klimaat ; inrichting ruimte, aanwezigheid regels, dagritme, aanbod materialen, variatie in activiteiten
De te hanteren situaties ; wat en hoe ga je aanpakken.
-
Welke definitie heeft Kok bedacht over de orthopedagogiek?
de wetenschap van het specifiek opvoeden
richt zich op de manieren om het opvoedingsproces te
optimaliseren, door middel van het leggen van speciale
accenten in het leefklimaat, in de relatie opvoeder-kind en
het hanteren van situaties.
-
Tweedegraads strategie bestaat uit
Therapie
Trainingen
-
Welke drie niveaus kennen de pedagogiek en orthopedagogiek en wie heeft deze bedacht?
Van Strien
1. Niveau 1 denken de opvoeders, leerkrachten, SPH'ers na over opvoeding en proberen hun ideeen uit in de alledaagse opvoeding.
2. Als de alledaagse aanpak niet werkt komt er een deskundige, die wetenschappelijke kennis heeft en methodisch te werk gaat (SPH eventueel)
3. Vind onderzoek plaats dat bijdraagt aan de ontwikkeling en toetsing van methoden, interventiemodellen en methodieken.
-
Derdegraads strategie bestaat uitEen persoonlijke gericht behandelingsplan
-
Welke aspecten hebben te maken met dat de orthopedagogiek nog niet zijn eigen identiteit heeft vastgesteld?
- Het is een jonge wetenschap
- Heeft zich aanvankelijk ontwikkeld vanuit de medische wetenschap, later psychologie en maakt gebruik van diverse disciplines.
- Het werk - onderzoek gebied is erg divers, net zoals de wetenschap.
Laatst toegevoegde flashcards
Tweedegraadsstrategie: cognitieve gedragstherapie.
- Brugklas/ middelbare school
- Psychiatrische stoornis: negatief zelfbeeld, angst- en stemmingsstoornissen
- Middelenmisbruik
- Problemen met sexuele geaardheid
- Gewicht, liefdesrelatie, mishandeling, echtscheiding, overlijden, ongeluk....
- Hormonale veranderingen: uitblijven van menstruatie en baardgroei, botontkalking, groeiproblemen.
- Lichamelijke klachten: koud, duizelig, moe, slokdarm-, maag- en darmproblemen. Jongeren met boulimia hebben meer kans op hartritmestoornissen en op vroeg overlijden.
- Erfelijke facoren
- Persoonlijke factoren: perfectionisme, angstig, negatief zelfbeeld.
- Culturele achtergrond: in landen waar geen slankheidsideaal is lijken eetstoornissen niet te bestaan.
- Anorexia nervosa: Hiervan zijn 2 types te onderscheiden: het purgerende/eetbuien type (eten en vervolgens braken of laxeermiddelen gebruiken) en het beperkende type (minder of niet eten, veel bewegen).
- Boulimia nervosa: Veel eten en vervolgens braken of laxeermiddelen gebruiken of sporten). Vanaf 18e jaar. Men blijft meestal op gewicht.
- Eetstoornis Niet Anderszins Omschreven: w.o. boulimia, echter zonder het eten te compenseren, boulimia met minder langdurige vreetbuien, anorexia zonder extreem overgewicht en een nog regelmatige menstruatie.
Een eetstoornis gaat om controle en angst. Eten overheerst het dagelijks leven.
Verder preventie en evt. belonen voor niet-gebruiken.
Tweedegraads: cognitieve gedragstherapie, door verslavingszorg.
- Erfelijke aanleg en/of een andere psychiatrische stoornis, zoals angst- en stemmingsstoornissen, ADHD, taal- of leerstoornissen....
- Temperament: vaak zijn het sensatiezoekende kinderen
- Persoonlijke omstandigheden: lage sociaal-economische status, geringe opleiding (vooral bij alcoholmisbruik)
- Ze hebben last van wanen/hallucinaties (heeft geen goed beeld meer van de realiteit)
- Ze hoeven niet veel te slapen
- Ze willen/moeten veel praten
- Ze zijn snel afgeleid
- Ze zijn actiever dan normaal
- Ze houden zich bezig met zaken met een grote kans op pijnlijke of schadelijke gevolgen (koopwoede of gebruiken van grote hoeveelheden drugs of alcohol)