Deze samenvattingen
+380.000 andere samenvattingen
Een unieke studietool
Een oefentool voor deze samenvatting
Studiecoaching met filmpjes
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Samenvatting - Basiskennis taalonderwijs
-
3 Mondelinge taalvaardigheid
-
In welke twee perioden kun je het taalverwervingsproces onderscheiden?1. De prelinguale periode (van 0 tot 1 jaar)
2. De linguale periode:
- de vroeglinguale periode (van 1 tot 2,5 jaar),
- de differentiatiefase (van 2,5 tot 5 jaar),
- de voltooiingsfase (van 5 tot 9 jaar). -
Wat houdt de prelinguale periode in?De periode voordat een kind zijn eerste woordjes spreekt. Je kunt niet spreken van taal, omdat een kind nog geen systeem van symbolen en regels hanteert waarmee het een bepaalde boodschap overbrengt.
-
Wat houdt de vroeglinguale periode in?Het brabbelen van de baby gaat langzamerhand over naar betekenisvol taalgebruik. De woorden zijn sterk gebonden aan een specifieke context.
-
Wat houdt de differentiatiefase in?Kinderen leren dat woorden van vorm kunnen veranderen en dat die vormverandering ook iets betekent. Het kind ontwikkelt zich op alle taalniveaus. De differentiatiefase valt voor een groot gedeelte samen met de kleuterleeftijd.
-
Wat houdt de voltooiingsfase in?Aan het eind van deze periode beheerst een kind de taal op dezelfde manier als een volwassene. Het kind leert er niet spectaculair veel nieuwe dingen bij.
-
Wat is simulante tweetaligheid?Iemand leert twee
talen min of meer tegelijkertijd. Als kinderen voor hun derde levensjaar nog beginnen met het leren van een tweede taal, rekenen we dat nog tot de simulante taalverwerving. -
Wat is successieve tweetaligheid?Kinderen leren een tweede taal, nadat ze een eerste taal hebben geleerd. Bij successieve tweetaligheid leert iemand de tweede taal altijd met zijn kennis van de eerste taal.
-
Wat zijn interferentiefouten?Fouten die voortkomen uit de verschillen tussen een eerste en een tweede taal.
-
Wat is globaal luisteren?Een luisterstrategie waarbij je globaal de spreken probeert te volgen. Je volgt de lijn van een betoog en let minder op details.
-
Wat is intensief luisteren?Een luisterstrategie waarbij je een zo volledig mogelijk beeld probeert te krijgen van wat de spreker te vertellen heeft.
-
Wat is kritisch luisteren?Een luisterstrategie waarbij je probeert om tijdens het luisteren een mening te vormen.
-
Wat is het morfologisch niveau?Het niveau van een taal dat betrekking heeft op de
opbouw van woorden inmorfemen. -
Wat is een morfeem?Het kleinste betekenisdragende element van een taal. Er zijn twee soorten morfemen: vrije morfemen en gebonden morfemen.
-
Wat is een vrij morfeem?Een morfeem dat als los woord kan voorkomen en dat niet verder is op te splitsen in betekenisdragende elementen.
-
Wat is een gebonden morfeem?Een morfeem dat niet als woord te gebruiken is, maar dat altijd gekoppeld is aan een ander woord. Gebonden morfemen zijn onder te verdelen in voorvoegsels en achtervoegsels.
-
Wat is het orthografisch niveau?Het niveau van de taal dat betrekking heeft op de spelling van woorden en interpunctie.
-
Wat is het pragmatisch niveau?Het niveau van de taal dat betrekking heeft op het concrete taalgebruik.
-
Wat is overgeneralisatie?Kinderen passen ten onrechte regels toe.
-
Welke spreekdoelen zijn er?Informeren, amuseren, instrueren en overtuigen
-
Welke luisterdoelen zijn er en welke luisterstrategieën horen daarbij?Iets te weten willen komen - intensief luisteren
een bepaald gevoel willen ondergaan - globaal luisteren
zich een mening willen vormen - kritisch luisteren
een bepaalde handeling willen uitvoeren - gericht luisteren
Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting. +380.000 andere samenvattingen. Een unieke studietool. Een oefentool voor deze samenvatting. Studiecoaching met filmpjes.

Samenvatting - Basiskennis taalonderwijs
-
1 De kennisbasis Nederlandse taal
-
Wat is het 'fundament' van de 4 invalshoeken bij de domeinen vd kennisbasis taal?
Achtergrondkennis van het domein.
-
Wat houdt de kennisbasis van taal in?
Het is geen leerboek, maar de basiskennis die je nodig hebt om lessen te kunnen geven in het onderwijs.
-
Wat is stellen?Het schrijven van teksten
-
Wat is traditioneel taalonderwijs?lesgeven met een methode
-
Wat is geletterdheid?Onder geletterdheid verstaan we het vermogen om schriftelijke taal te begrijpen en te gebruiken.
-
De basiskennis wordt op elke pabo getoetst. Elke pabo heeft daarvoor zijn eigen manier. De basiskennis moet je beheersen om verder door te kunnen met de opleiding.
-
JeugdliteratuurBelevend lezen, waarderend lezen, leesbevordering. Lezen waarbij literaire boeken/teksten centraal staan
-
Traditionele grammaticaZinnen ontleden in zinsdelen en de verschillende woorden kunnen benoemen
-
SpellenDe meest voorkomende woorden correct kunnen schrijven en de belangrijkste spellingsregels kunnen toepassen
-
ZelfhandhavingBeschermt zichzelf en verdedigt wat ze heeft
-
ZelfsturingZe ordent met woorden haar handelen en kondigt haar plannen aan
-
Sturing van anderenGedrag van een ander beinvloeden
-
Structurering van een gesprekGebruik je taal om het gespreksverloop te beginvloeden
-
Sociale taalfunctiesZelfhandhaving, zelfsturing, sturing van anderen, structurering van het gesprek
-
Auditieve analyseOpsplitsen van een woord in losse klanken ( R-AA-M)
-
Auditieve syntheseHet samenvoegen van klanken
-
Auditieve discriminatieHet verschil kunnen horen tussen klanken
-
Mondelinge taalvaardigheidSpreken, luisteren, voeren van allemaal gespreksvormen staan centraal
-
WoordenschatAanleren van de betekenis van nieuwe woorden, uitdrukkingen, zegswijzen en spreekwoorden
-
Geletterdheid:Vermogen om schriftelijke taal te begrijpen en te gebruiken
-
Ontluikende geletterdheidOntwikkeling voorschoolse periode van 0-4 jaar
-
Beginnende geletterdheidOntwikkeling groep 1 t/m 3
-
Gevorderde geletterdheidPeriode na groep 3
-
Aanvankelijk lezenLeren lezen in groep 3
-
Voorgezet lerenLeesonderwijs na groep 3
-
Voortgezet technisch lezenVlot en nauwkeurig kunnen leze n
-
Begrijpend lezenHet begrijpen van een tekst, achterhalen van de bedoeling
-
Conceptualiserende (cognitief)Gedachten ordenen, rapporteren, redeneren, projecteren
-
Communicatief (sociaal)Zelfhandhaving, sturing van anderen, structurering van anderen, zelfsturing
-
ExpressievePoezie (songtekst), gevoelens uiten, experimenteren.
-
Recursief systeemHet groter en altijd langer kunnen maken van zinnen
-
Niveau's van de taalMorfologisch, syntactisch, semantisch, fonologisch, orthografisch, pragmatisch
-
Creatieve constructie theorieAangeboren taalmechanisme
-
BehaviorismeImitatie
-
Interactionele benaderingTaal leervermogen en taalaanbod van de omgeving en interactie tussen kind en andere moedertaal sprekers
-
BrabbelenKlankgroepen produceren DADADA MAMAMA. Klanken zijn aangepast aan moedertaal
-
Twee en meerwoord-faseWoorden combineren, 2 of meer woorden. Relaties aangeven. Bal daar
-
EenwoordfasePoes -> daar zit de poes. Vooral naar personen, dieren, voorwerpen, dingen. Eindfase: Eigenschap van een voorwerp, Kachel en zegt warm.
-
Telegramstijl faseBegin leren grammatica. Veel onderwerp en gezegde. Die hier, mama zitten.
-
VocaliserenActief met de taal. Luisteren naar stem. Zelf klanken produceren. Oefent spraak mechanisme
-
Vocaal spelExperimenteren met voortbrengen van geluiden. Gevarieerde toonhoogte, luiheid en duur. Oefent in eerste instantie voor zichzelf. Interactie, reageren op elkaar
-
OvergeneralisatieTaalregels ten onrechte toepassen (loopte, gevald, meegebrengt) Verleden tijd en voltooid deelwoord ontdekt
-
InhoudswoordenDuidelijk omschreven betekenis. Zelfstandige naamwoorden, werkwoorden en bijvoegelijkenaamwoorden
-
Functie woordenWorden die talige relatie weergeven. Want omdat, wie wat
-
Impliciete feedbackZinnen van een kind verbeterd herhalen
-
NeologismenZelf woorden verzinnen (timmer) hamer (steeklepel) vork
-
Schreien/huilenDoor huilen een signaal afgeven (honger pijn) communicatie
-
De vroeglinguale periode1-2,5 jaar. Brabbelen gaat over naar betekenisvol taalgebruik. Een woord zinnen, twee woord zinnen en meer woord zinnen
-
De differentiatiefaseNieuwe woordsoorten, woordenschat wordt groter. Taalontwikkeling op alle niveaus. Steeds meer volwassen lijken
-
De prelinguale periodeEerste woordjes (voortalige periode) Geen taal (Geen systeem, regels, symbolen) Geen bedoelingen, onsamenhangende klanken
Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting. +380.000 andere samenvattingen. Een unieke studietool. Een oefentool voor deze samenvatting. Studiecoaching met filmpjes.
Laatst toegevoegde flashcards
Wat is een spellingcategorie?
Een groep woorden met dezelfde spellingmoeilijkheid.
Wat is de spellingstrategie?
Manier die een speller gebruikt om tot de juiste schrijfwijze te komen. We kennen directe en indirecte spellingstrategieën.
Waar bestaat de elementaire leeshandeling uit?
- auditieve analyse,
- onthouden van de volgorde van fonemen,
- de koppeling van foneem aan grafeem.
- onthouden van de volgorde van fonemen,
- de koppeling van foneem aan grafeem.
Wat is de elementaire spellingshandeling?
Spellingstrategie waarbij een woord wordt opgesplitst in fonemen en voor elke foneem het juiste grafeem wordt geschreven.
Wat is het syllabisch principe?
Principe van de Nederlandse spelling. Het houdt in dat de klankstukken of syllaben bepalend zijn voor de spelling van een woord, zoals bomen en bommen.
Wat zijn homografen?
De spelling van woorden is gelijk, maar er is verschil in uitspraak.
Wat zijn homofonen?
Woorden die hetzelfde klinken, maar waarvan de schrijfwijze verschillend is.
Wat is het orthografisch niveau?
De spelling van het Nederlands.
Wat is het pragmatisch niveau?
Het onderdeel van de taalkunde dat zich bezighoudt met het gebruik van taal in een concrete situatie is de pragmatiek . Het niveau van taal waarop we het concrete taalgebruik beschrijven, noemen we het pragmatisch niveau .
Wat is een context?
Woorden die in dezelfde context optreden.
Voorbeeld: tuin-schoffel
Voorbeeld: tuin-schoffel