Deze samenvatting
+380.000 andere samenvattingen
Een unieke studietool
Een oefentool voor deze samenvatting
Studiecoaching met filmpjes
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

PREMIUM samenvattingen zijn gecontroleerd op kwaliteit en speciaal geselecteerd om je leerdoelen nog sneller te kunnen bereiken!

Samenvatting - Class notes - GZC deux
-
1488236400 Week 5: centraal zenuwstelsel
-
Primaire tumoren van het zenuwstelsel
- intracraniele tumoren
- tumoren van het ruggenmerg
- tumoren van de perifere zenuwen
-
neurologische complicaties van kanker
- metastasen
- hersenmetastasen
- epidurale (wervel) metastasen
- leptomeningeal metastasering- paraneoplastische syndromen
- andere neurologische complicaties a.g.v. behandeling
-
tumoren van jet centraal zenuwstelsel
- primaire hersentumoren
- gliomen
- meningeomen- hersenmetastasen
-
primaire intracraniele tumoren: epidemiologie (volwassenen)- meningeoom
- glioblastoom
- hypofyseadenoom -
Gliomen
- astrocytomen -> astroglia (80%)
- oligodendrogliomen -> oligodendroglia
- (ependyoom -> ventrikelependym)
- gemengde gliomen
incidentie 9/100.000 -
gradering gliomen
- laaggradige gliomen (WHO gr II)
- hooggradige gliomen (WHO gr. III en IV)
Dit is niet gelijk aan goedaardig of kwaadaardig. Alle diffuse gliomen maligne kenmerken/transformatie
Geen TxNxMx klassificati -
laaggradige gliomen
- diffuus infiltrerend, langzaam groeiend
- 20-40 jaar
- 1e pesentatie
- epileptische aanval
- toevalsbevinding
- (meestal) geen neurologische uitvalverschijnselen -
laaggradige gliomen diagnostiekBeeldvormende diagnostiek
- MRI sensitiever dan CT
- onscherpe begrenzing
- geen aankleuring na contrast
-
Hooggradige gliomen
- diffuus infiltrerend, snel groeiend
- 30-60 jaar of ouder
- 1e presentatie
- subacute focale uitvalsverschijnselen
- epileptische aanvallen
- verschijnselen a.g.v. drukverhoging
- vaak prodroom met malaise, vermoeidheid, cognitieve problemen -
Hooggradige gliomen diagnostiekBeeldvormende diagnostiek
- MRI voorkeur, maar niet te missen op CT
- grillige begrenzing
- aankleuring
- oedeem
- cyste/ holtevorming
-
Meningeomen
- uitgaande van de meningen
- goedaardig
- niet zeldzaam:
- symptomatisch: 6/ 100.000
- vaak toevalsbevinding
- populatie >45 jaar: 0,9% meningeoom -
Meningeomen diagnostiekBeeldvormende diagnostiek
- CT en MRI
- goed omschreven
- vast aan de hersenvliezen
- homogeen aankleurend
-
HersenmetastasenMeest voorkomend
- long (kleincellig en niet kleincellig)
- mamma
- huid (melanoom)
- nier
- lage tr. digestivus (colorectaal)
Nooit hersenmeta's- prostaat
- andere huidkankers
- oesophagus
-
Feiten hersenmetastasen
- incidentie >11/100.000
- ong 20% van de Patienten met kanker
- 1e presentatie
- focale uitvalsverschijnselen
- verschijnselen t.g.v. drukverhoging
- epilepsie -
Hersenmeta's diagnostiekBeeldvormende diagnostiek
- MRI sensitiever dan CT
- >50% multipel
- ringvormig aangekleurd
- oedeem
- bloeding in metastase (15%)
-
Kliniek bij hersentumoren
- focale uitval afhankelijk van locatie
-> snellere groei -> meer uitval- epilepsie
- tekenen van intracraniele drukverhoging
- cognitieve achteruitgang
- aspecifieke symptomen: malaise, vermoeidheid
-
Primair intracerebraal lymfoom
- meestal geïsoleerd in zenuwstelsel
- 1e presentatie
- cognitieve klachten
- focale uitvalsverschijnselen
5- 20 % epilepsie- overleving zeer variabel: enkele maanden- (vele) jaren, soms curatie (30- 40%)
- geen chirurgie -> wel evt biopt
- wel chemotherapie ± radiotherapie
-
behandeling in neuro-oncologie algemeenCut, burn and poison
- cut - chirurgie
- burn: radiotherapie
- poison: chemotherapie
recent:
'targeted' therapie
immunotherapie
keuze is sterk afhankelijk van de klinische conditie -
Behandeling: symptoombehandeling
- pijnstilling
- anti-oedeem-therapie (dexamethason)
- anti-epileptica
- anti-emetica
-
Laaggradige gliomen: voorbeelden
- WHO gr. II: astrocytoom
- WHO gr II: oligodendrogliooom
- WHO gr II: meningeoom
- (WHO gr 1. pilocyoom)?
-
feiten laaggradige gliomen
- mediane overleving variabel 5- > 15 jaar
- behandeling afhankelijk van leeftijd, uitval, tumorfactoren
- geen wereldwijde consensus
-
behandelingsstrategie: laaggradige gliomen
- wait and scan beleid: patients < 40 alleen epilepsie (ook geen biopt)
- tegenwoordig overweeg resectie indien mogelijk (wakker bij chirurgie)- bij focale uitval, aankleuring, > 40, (snelle) groei, grote tumorL chrirurgisch ingrijpen
- indien PA laaggradig toont: (nog) geen nabehandeling
- bij recidief groei en/of geen operatiemogelijkheid: radiotherapie (evt: chemotherapie)
-
hooggradige gliomenWHO gr III = anaplastisch
- astrocytoom
- oligodendroglioom
- mengglioom
WHO gr. IV = glioblastoma multiforme -
Mediane overleving hooggradige gliomen
- anaplastische gliomen (WHO gr. III)
- astrocytoom 2-6 jaar
oligodendroglioom 7-15 jaar 1p-19q deletie- glioblastoma multiforme 12-16 maanden
Behandeling zo agressief mogelijk -
Behandeling hooggradige gliomen
- chirurgisch ingrijpen -> indien mogelijk zo groot mogelijke resectie (=debulking)
- radiotherapie en chemotherapie, combinatie of sequentieel
- MGMT methylate status )gr 4) -> temozolomide
- 1p/19q-status ( gr 2-3) -> PCV -
Temozolomide chemotherapieglioblastoma multiforme
samen met radiotherapie = chemoradiatie -
meningeomen feiten
- 'gewoon' meningeoom 5 jaarsoverlevingskans 98%
- asymptomatische: afwachten
klachten of veel groei alsnog behandeling- symptomatische
- resectie
- stereotactische radiotherapie -
feiten hersenmeta's
- overleving/ prognose afhankelijk van primaire tumor
solide tumoren l.h.a. niet-curatief- zonder behandeling <3 maanden
- eventuele behandeling afhankelijk van:
- metastasen elders
- aantal en locatie van hersenmeta's
- primaire tumor
- klinische conditie -
behandeling hersenmeta'schirurgie /resectie:
- een hersenmetastase
- dreigende inklemming
- invaliderende focale uitval
verwachte overleving moet >3 maanden
RT:- bestraling gehele schedelinhoud
- stereotactische bestraling
Chemotherapie bij chemosensitieve tumoren- kleincellig longcarcinoom
- kiemceltumoren
- hematologische maligniteiten
Targeted therapie:- melanomen BRAF-gemuteerd
- longcarcinomen (niet-kleincellig) EGFR/ALK-afwijkingen
- mammacarcinoom Her-2-gemuteerd
Immunotherapie"- melanomen, longcarcinoom
-
specifieke cellen CZS
- neuro-ectoderm
- neuronen
- gliacellen
- astroglio
- oligodendroglia
- ependym
- (microglia)- meningiale cellen
-
Feiten tumoren centraal zenuwstelsel
- incidentie intracraniele tumoren 10-17/100.000
- incidentie ruggenmergtumoren 1-2/100.000
- Ca. 50% primair, 50% metastatisch
- tumoren CZS 2-4% tumoren bij volwassenen
- tumoren CZS 20% kindertumoren
- bij kinderen 70% in infratentorieel (fossa posterior)
- bij volwassenen 70% supratentorieel
-
Tumoren CZS: verschil maligne-benigne
- minder duidelijk
- ook benigne tumoren infiltreren in omgeving
- beperkingen chirurgische resectie
- prognose sterk bepaald door anatomie
- zelden meta's buiten CZS
-
graderen van hersentumorenVolgens richtlijnen WHO; graad 1-4
- graad 1-2: laaggradig
- graad 3-4: hooggradig
Voorspelt het biologische gedrag
geeft richting aan therapie -
indeling tumoren CZS
- embryonale tumoren
- neuronale en gemend neuronaal-gliale tumoren
- gliomen
- meningiomen
- lymfomen
- metastasen
-
embryonale tumorenMedullablastoom
-
Medullablastoom
- vol bij kinderen
- 20% hersentumoren kinderen
- cerebellum
- zeer maligne; WHO gr. IV
- primitieve cellen die neuronale en/of glial differentiatiekenmerken kunnen tonen
-
neuronale en gemend neuronaal-gliale tumorenGanglioom
- overwegend laaggradige tumoren
- vaak in temporaalkwab
- vol bij kinderen en jong volwassenen
- vaak geassocieerd met epilepsie
-
meningiomen
- vol goedaardig; bij volwassenen
- vol buitenoppervlak CZS
- meestal afgeronde massa, vast aan dura
- evt. uitbreiding in bot en weke delen
- meeste meningsomen WHO graad I
- klein deel graad II (atypisch) of graad III (anaplastisch, maligne)
- hooggradiger tumoren grotere recidiefkans en aggressiever gedrag
-
varianten meningiomen
- syncytiaal/ meningotheliomateus
- fibreus
- overgangstype
-
Primair hersenlymfoom
- 2% extranodale lymfomen
- 1% intracranial tumoren
- vol bij immuungecompromiteerde patiënten
- meestal b-cellymfoom
- meestal hooggradig
-
Hersenmeta's plek
- 50% intracranial tumoren
- primaire tumoren
- long
- mamma
- melanoom
- nier
- gasto-intestinaal- scherp omschreven, rondom oedeem
- soms meningiale carcinomatosis
-
gliomen
- astrocytomen (diffuus en overige)
- oligodendrogliomen
- ependyomen
- (gemengde gliomen)
- de diffuse astrocytaire en oligodendroglial tumoren vormen in de nieuwste WHO een groep
-
astrocytomen
- 80% primaire hersentumoren
- diffuus infiltrerende astrocytomen
- diffuus astrocytoom (WHO graad II)
- anaplastische astrocytoom (WHO graad III)
- glioblastoom (WHO graad IV)
- Diffuus midline glioom, H3 K27M-mutant- andere astrocytaire tumoren
- pilocytair astrocytoom
- subependymaal Reusel astrocytoom
- (anaplastisch) pleiomorf Xanthoastrocytoom -
diffuus infiltrerende astrocytoom
- diffuse infiltratie hersenweefsel
- toegenomen celrijkdom
- wisselende polymorfie
- evt hooggradige kenmerken
- motorische activiteit (graad III)
- vaatproliferatie (graad IV)
- tumornecrose (graad IV)- intrinsieke tendens tot progressie
-
moleculaire genetica diffuse astrocytomenlaaggradige astrocytomen
- inactivate P53
- overexpressie PDGF-receptor
- mutatie IDH-1 gen
- toename chromosomen 7q, 5p 9 en 19p
- verlies chromosomen 19q, qp en Xp
Hooggradige astrocytomen- verstoring RB-gen (13q14)
- verstoring P16/CDKN2A gen
- deletie 19q
- mutatie p53
-
pilocytair astrocytoom
- relatief goedaardig; WHO graad 1
- mn bij kinderen en jong volwassenen
- vooral in cerebellum
- vaak goed omschreven, vaak cysteus
- micro: bipolaire cellen, microcysten, Rosenthal vezels, bifasisch patroon
-
oligodendrogliomen
- 5-10% van de gliomen
- vol 4-5e decade
- mn cerebrale hemisferen, vaak frontaal
- goed omschreven, gelatineus, cysteus, bloedingen, verklaringen
- laaggradig (WHO gr II) of hooggradig (WHO gr III) = anaplatisch oligodendroglioom
- IDH-1 mutant en 1p/19q codeletie of NOS
-
moleculaire genetica oligodendrogliomen
- mutatie IDH-1 gen
- codeletie 1p en 19q (meestal ongebalanceerde translocatie)
- zelden mutatie p53
-
Ependymomen
- ependyoom
- anaplastisch ependyoom
- langs ventrikelsysteem bij jongeren vnl rond 4e ventrikel
- bij volwassenen bal in ruggenmerg
- WHO graad II en III (anaplastisch ependyoom)
-
menggliomen
- zowel astrocytoom als oligodendroglioom component
- iedere component moet een substantieel deel van de tumor uit maken
- oligoastrocytoom = WHO graad II
- anaplastisch oligoastrocytoom = WHO graad III
- indien necrose aanwezig: glijblastoom + WHO graad IV
- in nieuwste WHO classificatie minder relevant
Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting. +380.000 andere samenvattingen. Een unieke studietool. Een oefentool voor deze samenvatting. Studiecoaching met filmpjes.
Laatst toegevoegde flashcards
wervelmeta's kliniek bij epidurale uitbreiding
- radiculopathie: uitstralende pijn in romp, arm of been
Histologie longca
- NSCLC 85%
adenocdrcinoom 55%
plaveiselcelcarcinoom 35%
grootcellig ongedifferentieerd carcinoom 10%
-SCLC 15%
- non small cell lung carcinoma
- niet kleincellig longcarcinoom
adenocdrcinoom 55%
plaveiselcelcarcinoom 35%
grootcellig ongedifferentieerd carcinoom 10%
-SCLC 15%
- small cell lung carcinoma
- kleincellig longcarcinoom
DD wervelmeta
- intramedullaire metastase (in myelym): zeldzaam
- leptomeningeale metastasering =
tumorinfiltratie in de zachte hersenvliezen met verspreiding van tumorcellen via de liquor in de subarachnoidale ruimt m.a.g. (multi)focale, vaak ernstige neurologische uitval
belangrijke punten wervelmeta's
- rugpijn bij kanker = metastase tot tegendeel bewezen is
- rugpijn bij kanker + zwakte of gevoelsstoornis = epidurale metastase tot het tegendeel bewezen is
- rugpijn bij kanker + mictiestoornissen = epidurale metastase tot het tegendeel bewezen is
MRI met spoed
behandeling wervelmeta'smet epidurale uitbreiding
- dexamethason
- RT
- soms chirurgie
behandeling wervelmeta'sZonder epidurale compressie
- medicamenteuze pijnbestrijding
- lokale RT
diagnostiek bij wervelmeta's
- rontgen opname wervelkolom
- MRI wervelkolom spoed
Kliniek myelumcompressie
- pijnloos krachtverlies benen
- sensibiliteitsstoornissen
- sfincterfunctie stoornissen (mn blaasretentie)
Vroege symptomen van myelumcompressie in de kliniek
- teken van Lhermitte
- imperatieve mictiedrang
- obstipatie
kliniek meta's wervel
- lokale pijn ('s nachts)
- geleidelijk progressief
- pink bij houdingsverandering