Deze samenvatting
+380.000 andere samenvattingen
Een unieke studietool
Een oefentool voor deze samenvatting
Studiecoaching met filmpjes
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Samenvatting - Gezonde voeding
-
1 Macronutriënten
-
Macronutriënten
•Eiwitten
•Koolhydraten
•Vetten
Grote hoeveelheden nodig per dag -
Waarom hebben we voeding nodig?
•Levert energie voor het lichaam, brandstoffen
- Warm te blijven
- Lichamelijke activiteiten
- Hersenactiviteiten
- Andere lichaamsprocessen
•Levert bouwstoffen voor het lichaam
- Onderhouden van het lichaam
- Opbouwen van het lichaam -
1.1 Energie
-
Warm blijven, lichamelijke activiteit, hersenactiviteit en alle andere processen
Koolhydraten en vetten belangrijkste energieleveranciers
• Eiwit is de belangrijkste bouwstof
• 1 kcal = 4,2 KJ(kilojoule)
• 1 g eiwit: 4 kcal(17 KJ)
• 1 g koolhydraten: 4 kcal(17 KJ)
•1 g vet: 9 kcal (38 KJ)
Gezondheidsraad geeft aanbevelingen voor verhouding in en%. -
•Officiële maat voor warmte-energie: Joule
•Voedingsindustrie gebruikt van oudsher: calorie
•1 calorie verwarmt 1 gram zuiver water met 1 graad Celsius
•Tegenwoordig gebruiken we kcal omdat calorie erg weinig is en hier veel verwarring door ontstaat
1 kcal = 1000 calorieën
1 kcal = 4,186 kilojoule (kj) -
1.1.1 Energetische waarde
-
•Voedingswaarde: het gehalte aan voedingsstoffen in een product, dus… de totale hoeveelheid energie die wordt geleverd door:
•Eiwitten
•Vetten
•Koolhydraten
•Mineralen
•Vitamines
•De totale hoeveelheid wordt energetische waarde genoemd. -
Energieprocent
•De Nederlandse Gezondheidsraad heeft vastgesteld hoeveel iedereen van de verschillendemacronutriënten zou moeten binnenkrijgen.
•Geenkcal ofkjoule , maarenergieprocent (energie%)
•Energieprocent = het aandeel dat een voedingsstof levert aan de totaleenergie-inname -
1.2 Eiwitten
-
Stikstofverbindingen opgebouwd uit aminozuren
• 10 tot 100 aminozuren is een peptide, vanaf 100 een eiwit
• Essentiële(9), semi-essentiële(6) en niet-essentiële aminozuren(13).
• Bouwstof
• Spelen een rol als neurotransmitter of hormoon
• Enzymen
• Transport van stoffen
• Leveren ook energie. -
•Niet-essentiële aminozuren (gezond lichaam)
•Essentiëleaminozuren --> moeten via voeding worden ingenomen
•Eiwit =proteïne -
1.2.1 Functies van eiwitten
-
-Opbouw van spier- enbotweefsel
-Groei van het lichaam
-Neurotransmitter (transport van stoffen)
-Hormoon
Alleenzymen zijneiwitten
Enzymen:eiwitten die een rol spelen bij de stofwisseling. Bij de spijsvertering zijn veelenzymen nodig.
Cellen worden voortdurend vernieuwd. Het lichaam breekt eiwit af en vervangt dit door nieuw eiwit -
1.2.2 Bronnen van eiwitten
-
Dierlijke eiwitten: melk, melkproducten, kaas, vlees, vleeswaren, kip, vis en ei.
• Plantaardige eiwitten: brood, graanproducten, peulvruchten, aardappelen, sojabonen en noten.
• Verschil in waarde tussen eiwitten: eiwitkwaliteit.
• 2/3 plantaardig, 1/3 dierlijk door vetten. -
1.2.3 Eiwitkwaliteit
-
•Wordt bepaald door:
–Het gehalte aan essentiële aminozuren
–De onderlinge verhouding waarin deze aminozuren in het eiwit voorkomen
–De mate van verteerbaarheid van het eiwit
Dierlijke eiwitten zijn over het algemeen volwaardiger dan plantaardige eiwitten.
Nadeel van dierlijke eiwitrijke producten?
Voorkeur bij eiwitten: 2/3 uit plantaardige producten, 1/3 uit dierlijke producten -
1.2.4 Aanbevolen hoeveelheid eiwitten
-
• 0,8 g x kg lichaamsgewicht
• 10 en% (bovengrens 25 en%)
• Bepaalde groepen hebben hogereeiwitbehoefte -
1.2.5 Eiwittekort
-
• Een eiwittekort leidt tot
• verstoring van de processen waar eiwit bij betrokken is
• een verminderde afweergroeistoornissen
• afname van spiermassa etc. -
1.3 Koolhydraten
-
• Belangrijkste brandstof
• Mono-, di-, (oligo) en polysachariden
• polysachariden (verteerbare en onverteerbare)
• Vezels = Onverteerbare polysachariden (ze worden niet opgenomen in het bloed)
• Hersencellen, rode bloedlichaampjes, niermergcellen en melkklieren
• Afbraak tot monosachariden, opname in de darm
• Glycogeen in spieren en lever
• Lever belangrijk bij regulatie bloedsuiker Glucose <-> Glycogeen
• De glycemische index(GI) en glycemische lading(GL) -
Bron:
• Dierlijke koolhydraten: zuivel (lactose)
• Plantaardige koolhydraten: zetmeel, vruchtensuiker en suiker -
•Doel koolhydraten: (na afbraak tot monosachariden) energiebron
Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting. +380.000 andere samenvattingen. Een unieke studietool. Een oefentool voor deze samenvatting. Studiecoaching met filmpjes.
Laatst toegevoegde flashcards
Vitamine C ook wel
ascorbinezuur
Vitamine B12 ook wel
Cobalamine
Foliumzuur ook wel
Vitamine B11
Biotine ook wel
Vitamine B6 ook wel
Pyridoxine
Vitamine B5 ook wel
Pantotheenzuur
Vitamine B3 ook wel
Niacine
Vitamine B2 ook wel
Riboflavine
Vitamine b1 ook wel
Vitamine a ook wel
Retinol