Samenvatting - Libre Service - Unité 3

• 1 Les mots (F-N)

• le couloir

  de gang
• l'infirmière

  de verpleegster
• la belle-fille

  de schoondochter, de stiefdochter
• se mêler

  zich bemoeien met
• pour de bon

  werkelijk, inderdaad
• essuyer

  afvegen, wegvegen
• rentrer

  naar huis gaan
• une personne âgée

  een oudere
• le funérarium

  het rouwcentrum, het mortuarium
• le détour

  de omweg
• avoir des vertiges

  duizelig zijn
• convenir

  bevallen, passen bij
• démarrer

  starten
• faute de

  bij gebrek aan
• combler

  aanvullen
• le liquide

  de vloeistof
• parvenir

  erin slagen
• le repas

  de maaltijd
• alimentaire

  voedings- / levensmiddelen-
• l'adepte

  de aanhanger
• salé

  zout, gezouten
• se réveiller

  wakker worden
• sauter

  overslaan
• l'alimentation

  de voeding
• résister

  weerstaan
• le régime

  het dieet
• avaler

  doorslikken, opeten
• l'apprentissage

  het leren
• se passer de

  zonder kunnen
• démontrer

  aantonen
• récupérer

  herstellen
• nombreux

  talrijk, heel veel
• la tranche

  de plak
• or

  welnu
• bronzer

  bruin worden
• nocif

  schadelijk
• estival

  zomer, zomers
• l'addiction

  de verslaving
• le seuil

  de drempel
• examiner

  onderzoeken
• désormais

  voortaan
• à la fois

  tegelijkertijd
• le lien

  het verband
• établir

  vaststellen
• vivement

  heftig
• avérer

  blijken (te zijn)
• le dépistage

  de opsporing
• compiler

  het belangrijkste samenvoegen
• l'épaississement

  het dik(ker) worden, de verdikking
• raisonné

  doordacht