Samenvatting - nectar biologie 4 vwo leerboek

• 2.1 cellen leven samen

• Wat is functie de suiker glucose

  Brandstof die je cellen voor bijna alle activiteiten gerbuiken
• Wat zijn moleculen

  De kleinste deeltjes van een stof met alle eigenschappen van die stof
• Wat hebben de meeste cellen nodig om glucose op te kunnen nemen

  Isuline van de alvlessklier
• Zijn cellen de bassiseenheden van elk ding

  Nee cellen zijn de bassiseenheden van je lichaam van elk levend wezen of organismm
• Organistatieniveaus 3 kenmerken

  Begrensde biologische structuren, duidelijke samenhang tussen onderdelen, elk niveau vootbouwt op de onderliggende niveaus.
• Noem de 11  organisatieniveaus van onder naar boven

  Molecuul
  organel
  cel
  weefsel
  orgaan
  orgaanstelsel
  organisme
  populatie
  levensgemeenschap
  ecosysteem
  systeem aarde
• Ermegente eigenschap

  De eigenschap valt niet direct af te leiden uit de afzonderlijke delen
• alle cellen en organismen hebben alle kenemerken, processen en eigenschappen die typisch zijn voor het leven: levenskenmerken zoals erfelijk materiaal
• Leven

  Reageren op prikkels uit de omgeving
• Wat is hyper en hypo bij diabetes

  Hyper= te hoog glucosegehalte --) isulinse spuiten
  hypo= te laag glucosegehalte --) suiker eten

• 2.1.3 leven met diabetes

• Wat kan wanda doen tegen haar glucose gehalte op pijl te brengen

  Isuline bijdienen, een transplatantatie van de alvleesklier, gerbuik van stamcellen want die hebben het vermogen om zich te blijven delen  en kunnen differentieren in gespecialiseerde celtypen.

• 2.1.4 actieve cellen in weefsels

• wat is celdifferentiatie en Hoe onderscheiden gedifferentieerde cellen zich

  cellen die verschillen in de vorm, fuctie, en grootte, ze onderscheiden zich door de verschillende eiwitten die ze maken.
• Cellen worden onderscheiden door de verschilende eiwitten, maar waar bestaan die eiwitten uit

  Cellen zijn organische stoffen die opgebouwd uit aminozuren
• Waaruit blijkt de benodigde hoeveelheid glucose en zuurstof en de snelheid waarmee dat gebeurt. Enwelk verhouding geld daarvoor.

  Uit het oppervlak van de celmembraan, waar de stoffen binnen komen. De verhouding oppervlak/inhoud

• 2.2.1 menselijke en dierlijke cellen

• Cel

  omgeven door celemembraan tussen de kern en celmembraan cytoplasma dat bestaat uit gronplasma en organellen.
• Menselijke en dierlijke cellen zijn ....

  Heterotroof ze leven van  organische stoffen, koolstofverbindingen afkomstig van andere organismen.
• door wat is de celkern omgeven en wat bevat de Celkern en hoe noem je cellen met een celkern

  Omgeven door kernmembraan met porien bevat DNA moleculen met de bouwinstructies om eiwitten te maken. Cellen met celkern: eukaryoot
• Functie ribosoom, plaats, bouw

  Verbind aminozuren tot eiwitten, los of gebonden aan het ER, bestaat uit aminozuren
• Endoplasmatisch reticulum, bouw, soort en functie

  Bestaat uit membranen, ruw- en glad ER, 
  ruw bewerkt en transporteert 
  glad maakt vetachtige en maakt giftige stoffen onschadelijk
• Transportblaasjes bouw en functie

  Klein blaasjes met  membraan vervoert eiwitten naar organel of celmembraan
• Golgisysteem bouw, functie,

  Platte membraanzakken. Eiwitten en vetachtige stoffen uit ER bewerkt, soteert en verpakt
• Mitochondrium bouw en functie

  buitenmembraan en geplooid binnenmembraan breken glucose af met behulp van o2. Dat levert energie op voor het functioneren van de cel.
• Lysosoom bouw en functie

  Blaasjes met verterings enzymen uit het golgie systeem, breekt versleten organnellen en opgenomen stoffen af
• Celskelet bouw 2 functie en twee voorbeelden van die cellen

  Netwerk van eiwitdraden, geeft cel stevigheid en vorm. Langs deze eiwitdraden bewegen organellen zich.
• Centrosoom bouw en naam van die onderdelen en functie. Wat maakt het uniek

  Twee loodrecht op elkaar staande buisjes van eiwitten (centriolen). Hieraan hechten de eiwitdraden zich voor een splitsing van DNA moleculen bij een celdeling. Het komt alleen voor bij menselijke en dierlijke cellen