Deze samenvatting
+380.000 andere samenvattingen
Een unieke studietool
Een oefentool voor deze samenvatting
Studiecoaching met filmpjes
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

PREMIUM samenvattingen zijn gecontroleerd op kwaliteit en speciaal geselecteerd om je leerdoelen nog sneller te kunnen bereiken!

Samenvatting - Nieuw Nederlands 4e editie 4/5 H
-
1 Cursus Lezen
-
Persoonsvorm:
verleden tijd
sterk of zwak
sterk : verandert van klank
zwak: kijk naar t' ex kofschip wanneer de stam eindigt op een letter die in het kofschip zit dan stam+te(n)
Tegenwoordige tijd
1 ik vorm gewoon de stam
2 jij vorm de stam +t
let op als jij achter de stam staat geen t erbij
3 hij/zij/het vorm altijd stam+t
4 wij het hele werkwoord
-
Wanneer begon de tweede wereldoorlog?
1940
-
Noem de leesstrategeën
Oriënterend lezen, Globaal lezen, Intensief lezen, Kritisch lezen, Studerend lezen, Zoekend lezen
-
skaap
met wol
-
Adolf Hitler
-
een schaap heeft gwn wol
-
Wat doe je bij orieënterend lezen zoal?
Titel lezen, plaatjes kijken, auteur
-
1.1 leesstrategieën
-
Waar geeft dit hoofdstuk inzicht in?
welke verschillende manieren er zijn om een tekst te lezen
wanneer je welke manier van lezen gebruikt
-
Welke zes leestrategieen zijn er?
oriënterend lezen ,globaal lezen, intensief lezen, kritisch lezen, studerend lezen ,zoekend lezen
-
Hoeveel lees manieren zijn er en benoem ze.
Er zijn 6 manieren van lezen:
Oriënterend
Globaal
Intensief
Kritisch
Studerend
Zoekend
-
Hoe heten de manieren van lezen?Leesstrategieën
-
Wat houdt oriënterend lezen in en hoe doe je dat.
Bij oriënterend lezen stel je snel vast of een tekst voor jou bruikbaar of interessant is.
Bij een boek bekijk je de titel, flaptekst, inhoudsopgave, voorwoord en wie het geschreven heeft.
Bij een artikel bekijk je de titel, lead, 1ste alinea, tussenkoppen, laatste alinea, auteur en publicatieplaats
-
Oriënterend lezenTitel, flaptekst, inhoudsopgave, voorwoord, auteur.
Eerste + Laatste alinea want dan weet je het onderwerp -
Globaal lezenKernzinnen van alle alinea's, alle eerste zinnen, dan weet je de hoofdgedachte.
-
Intensief lezenDe hele tekst lezen, stel betekenis van moeilijke woorden vast, kernzinnen zoeken en verbanden van signaalwoorden en bepaal de hoofdgedachte.
-
Kritisch lezenStel vast, klopt de tekst, heb ik er wat aan, is de informatie juist, ect.
-
Studerend lezenUittreksel maken, Lees eerst de tekst oriënterend, globaal en intensief!
-
Zoekend lezenKijk naar anders gedrukte woorden. Let op opvallende tekens.
-
Wat zijn de 6 verschillende leesstrategieën?Oriënterend, globaal, intensief, kritisch, zoekend, studerend lezen
-
Wat is een hoofdgedachte van een zin?De hoofdgedachte is altijd een zin waarin een onderwerp staat plus belangrijkste wat daarover gezegd word in inleiding of slot.
-
1.2 schrijfdoelen en tekstsoorten
-
Welke verschillende schrijfdoelen heb je?
- Informeren: Informatie geven
- Opiniëren: Lezers mening laten vormen over het onderwerp
- Overtuigen: Lezers met argumenten overhalen naar een bepaalde mening/standpunt.
- Activeren: Lezers aanzetten om iets te doen
- Amuseren: Lezers vermaken
-
Noem de vijf verschillende schrijfdoelen & de doelen ervan.- Amuseren - Lezen vermaken
- Informeren - Informatie geven
- Opiniëren - Lezers mening laten vormen over het onderwerp
- Overtuigen - Lezers met argumenten overhalen naar een standpunt/ mening.
- Activeren - Lezer moet iets gaan doen -
Tekstverbanden:
- Opsommend verband: Ook, bovendien, daarnaast, vervolgens.
- Tegenstellend verband: Maar, echter, toch, desondanks
- Chronologisch verband: Eerst, dan, daarna, uiteindelijk
- Oorzakelijk verband: Doordat, daardoor, als gevolg van
- Toelichtend verband: zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou
- Voorwaardelijk verband: Als, indien, wanneer
- Vergelijkend verband: Zoals, evenals, net zo, beter dan
- Redengevend verband: Daarom, omdat, dus, want, immers
- Doel-Middel verband: om te, met de bedoeling, opdat, zodat
- Toegevend verband: Ook al, weliswaar, hoewel, ofschoon
- Samenvattend verband: Kortom, samengevat, al met al
- Concluderend verband: Dus, concluderend
-
Wat is een uiteenzetting?Een tekst die bedoeld is om lezers iets te laten leren aan de hand van feiten. (Informeren)
-
Wat is een betoog?Een tekst met als schrijfdoel iemand proberen te overtuigen (Overtuigen)
-
Wat is een beschouwing?De auteur wil zijn lezers zelf laten nadenken (Opiniëren)
Laatst toegevoegde flashcards
er is dus sprake van chantage of intimidatie. Als de in het vooruitzicht gestelde gevolgen maar vervelend genoeg zijn, zal de luisteraar wel akkoord gaan met de spreker
je afvragen of het echt wel zo natuurlijk is
je afvragen of werkelijk niemand daaraan twijfelt
enz...
De mening is zo geformuleerd dat de luisteraar de moed ontnomen wordt er tegenin te gaan.
(soms door te vlijen)
bijvoorbeeld door te zeggen:
- intelligentie jongeren als jullie hoef ik niet te vertellen dan...
- iedere fatsoenlijke Nederlander weet dat...
- natuurlijk is het zo dat...
- iedereen weet dat...
- het valt niet te ontkennen dat...
- het staat als een paal boven water dat...
- het is gewoon een feit dat...
Daarbij moet je altijd oppassen:
twee zaken kunnen op elkaar lijken, maar ze verschillen natuurlijk ook
- Leidt deze oorzaak inderdaad tot het genoemde gevolg?
- Wordt het gevolg niet ook door iets anders veroorzaakt?