Deze samenvatting
+380.000 andere samenvattingen
Een unieke studietool
Een oefentool voor deze samenvatting
Studiecoaching met filmpjes
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Samenvatting - Principes van bedrijfseconomie
-
1.1 definite en oorsprong economie
-
Beschrijf wat de definitie van economie is?
Economie is een sociale wetenschap en heeft als onderwerp het menselijk streven naar maximale welvaart die verworven wordt met behulp van schaarse middelen.
-
In de economie gaat het om de verdeling van schaarse goederen en diensten, en dan vooral om de wetmatigheden die een rol spelen bij die verdeling. Een ander woord voor economie is staathuiskunde.
-
Centraal geleide of planeconomie ; alleen de staat kan goederen en diensten aanbieden waardoor er geen marktmechanisme is.
vrijemarkteconomie kapitalisme; private ondernemingen bepalen ket mechanisme van vraag en aanbod.
gemengde economie elementen van het kapitalisme en het socialisme worden samengevoegd, maar de wetten van de vrije markt overheersen. -
- Adam smith (1723-1790) de aard en oorzaak van de welvaart.
- John Law(1705) systeem van vraag en aanbod op markt.
- John maynard Keynes (1883-1946) pleitte voor een actieve rol van de overheid bij het reguleren van nationale en internationale economie.
- Milton Friedman (1912-2006) die veel nadruk legt op de rol van geld in de economie en op hoe overheden omgaan met het maken van geld en rentebeleid.
-
Tot welk type wetenschap behoort economie?
Sociale wetenschap -
Welke drie verschillende economische organisatievormen komen voor?
Planeconomie, kapitalisme en gemengde economie -
1.2 Definitie en oorsprong economie
-
Economie is een sociale wetenschap
-
Wat zijn de 3 organisatievormen van economie?Centraal geleide / Plan economie;Vrijemarkteconomie of kapitalisme;Gemengde economie
-
De deelterreinen van economie zijn: Algemene economie en bedrijfseconomie.
-
1.3 bedrijfseconomie
-
Wat wordt jaarlijks opgemaakt uit de financiële administratie van een bedrijf?
De jaarrekening van een bedrijf. -
Waarin ligt de relatie tussen bedrijfseconomie en de omgeving?
De geldstromen van bedrijven met leveranciers, afnemers en vermogensverschaffers. -
In de bedrijfseconomische benadering van de onderneming staan twee onderwerpen centraal. Vertel welke twee dat zijn en beschrijf ze kort.
- De interne bedrijfshuishouding of administratie legt alle afspreken en verplichtingen vast die er zijn om het bedrijf lopend te houden.
- de relaties van het bedrijf met zijn omgeving komt naar voren in de geldstromen tussen bedrijven onderling. Die stromen worden aan de ene kant bepaald door inkoop en verkoop; ofwel de inkomende stroom van diensten en goederen en de uitgaande stroom van diensten en goederen. Onderlingen relaties vertalen zich dan in transacties en de financiële afhandeling daarvan die financiële instellingen zoals banken.
-
Een groenteboer koopt groenten in (inkomende goederen) om zijn winkel te kunnen verkopen aan klanten (uitgaande goederen). Deze klanten betalen geld voor de groente en dat geld stort de groenteboer op de bank. Mocht de groenteboer weer een nieuwe voorraad willen kopen dan kan hij betalen met het geld wat hij op de bank heeft gestort. Hoe noemt men dit en licht dit nader toe.
Dit noemt met kasstroombeheer.
Kasstroombeheer zoals aangegeven wordt bij de grote bedrijven uitgevoerd door de treasury-afdeling. Het proces van kasstroombeheer is bekend onder de Engelse naam: cash management.
-
Beschrijf bedrijfsproces financieren (corporate finance). En waar bestaat dit ui?
Het bedrijf heeft aan de andere kant ook behoefte aan middelen/geld om het bedrijfsproces te financieren, de corporate finance. Dit is het terrein van vermogensmarkt.
Deze bestaat uit:
· De geldmarkt (korter dan twee jaar)
· Kapitaalmarkt (langer dan twee jaar)
-
Deze financieringsbehoefte ontstaan doorgaans bij het opstarten van een bedrijf, als er bedrijfsmiddelen of bijv. Nieuwe machines moeten worden aangeschaft.
Het bedrijf kan dit op verschillende manieren invullen bijv. Door aandelen of obligaties uit te geven of door geld bij of bij een ander bedrijf te lenen.
-
Waarvoor wordt management control voor ingezet?
Om de interne bedrijfshouding en de relatie met de omgeving te kunnen besturen of beheersen is het begrip management control ingevoerd. Management control is het beïnvloeden van ondernemers om de strategie van de onderneming uit te voeren. Het gaat daarbij om interen en externe factoren. Externe (buiten het bedrijf) worden de kansen en bedreigingen vastgesteld en intern worden er sterke ze zwakke punten bepaald. Door hierop in te spelen met management control kunnen kansen worden benut en bedreigingen omzeild.
Laatst toegevoegde flashcards
· volledige mededinging (veel aanbieders die een homogeen product op de markt brengen bijv. suikerbieten, meel en graan maar ook de markt van dollars)
· monopolistische concurrentie (veel aanbieders die producten voorbrengen met geringe onderlinge verschillen. Bijv. monopolistische marktvorm kleding- en meubelmarkt.
Bijv. Heterogene producten bijv. Naamsbekendheid.)
· homogeen oligopolie (aantal aanbieders erg klein en kunnen ze rekening houden met elkaars activiteiten. Homogene producten kan gedacht worden aan vrijgeven van energie markt en rail bouw of computerchips waarop een aantal kleine bedrijfjes hetzelfde product bieden.)
· heterogeen oligopolie ( aantal aanbieders erg klein en kunnen ze rekening houden met elkaars activiteiten. Bij heterogene producten kan men denken aan automarkt en consumentenelektronica.)
Er zijn weinig aanbieders van technische toch wel verschillend producten, omdat de investering bij deze marktvorm zo hoog zijn.
· monopolie. (Een aanbieder van ene product. Bijv. de NS bied zowel homogene product aan (vervoer) als heterogene product (eerste klas en tweedeklas, en uiteraard bestemming.) Dit is natuurlijk bijzaak in vergelijking met het hoofdproduct, waardoor men ook wel zegt dat er bij monopolie slechts sprake is van homogene producten.
7x1,75=12,25
Bruto/totale vermogen= RTV
a. bedrijfsresulaat/omzetx100%
296.000/188.0000x100=15,7%
b. kostprijs omzet/gemiddelde voorraad
372.000/113.2000= 3,0 %
c. maanden per jaar/omzetsnelheid
12/3,043=3,9 maanden
a. DR = 553/790x100= 70%
b. CR
Voorraden 80 Credit 60
deb 40 RC 53
liq. middelen 5 +
125 113
c. NWK
voorraden 80
deb 40
liq. middelen 5 +
125 VA
Credit 60
RC 53 +
113 KW
125.000-113.000 = 12.000 debt ratio
d. 100.200/ 835.000 X 100 = 12% RTV
e. 63810/228500x100=27,9% REV
f. 36.390/606.500x100=6% RVV
g. omloopsnelheid TV 25.00000/835.000=3,0
h. Brutowinstmarge
25.00000/100200x100=4,0%
20%
0,56
een enkele van de bovenstaande handelingen stelt ‘De makkelijke Slof’ daartoe in staat.
1,73