Deze samenvatting
+380.000 andere samenvattingen
Een unieke studietool
Een oefentool voor deze samenvatting
Studiecoaching met filmpjes
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

PREMIUM samenvattingen zijn gecontroleerd op kwaliteit en speciaal geselecteerd om je leerdoelen nog sneller te kunnen bereiken!

Samenvatting - Social Psychology
-
0 Preface
-
Wat zijn de 8 basisprincipes van sociaal gedrag?
- Wij construeren onze eigen werkelijkheid
- De sociale invloed is alom vertegenwoordigd
- Motivationeel principe #1: mensen streven ernaar zichzelf en de wereld beter te begrijpen
- Motivationeel principe #2: mensen streven naar verbondenheid
- Motivationeel principe #3: mensen streven naar een positief beeld over onszelf en over onze groep
- Informatie verwerkingsprincipe #1: conservatisme (vasthouden aan oude ideeën)
- Informatie verwerkingsprincipe #2: toegang (makkelijk toegankelijke informatie heeft het meeste invloed)
- Informatie verwerkingsprincipe #3: diepte van verwerken (mensen switchen tussen oppervlakkige en diepgaande informatieverwerking
- Wij construeren onze eigen werkelijkheid
-
Welke twee axioma's worden gehanteerd?1: Mensen construeren hun eigen werkelijkheid.
2: Sociale invloed is alom vertegenwoordigd. -
Wat zijn de motivationele principes1: Streven naar beheersing, inzicht in hunzelf en omgeving en die beter begrijpen.
2: Streven naar verbondenheid, geaccepteerd worden en sociale steun ervaren
3: Streven naar positief beeld over onszelf en onze groep -
Wat zijn de informatie verwerkingsprincipes1: Conservatisme, mensen houden graag vast aan oude ideeën
2: Toegankelijkheid van informatie, toegankelijkere informatie heeft meer invloed
3: Oppervlakkige versus diepgaande verwerking -
0.1 Begrippen H1
-
Sociale processenDe manieren waarop andere mensen en groepen het begrip wat mensen hebben van de wereld beïnvloeden en hun acties sturen
-
Sociale processenDe manieren waarop onze gedachten, gevoelens en acties beïnvloed worden door de mensen om ons heen, de groepen waartoe we behoren, onze persoonlijke relaties, lessen van ouders en van de cultuur en de druk die we ervaren van anderen.
-
Cognitieve processenDe manieren waarop onze herinneringen, percepties, gedachten, emoties en motieven ons begrip van de wereld beïnvloeden en onze acties begeleiden
-
Constructie van realiteitDe grondstelling dat de kijk op realiteit van iedere persoon een constructie is, gevormd door zowel cognitieve processen (de manier waarop onze breinen werken) en door sociale processen (input van anderen die daadwerkelijk aanwezig zijn of ingebeeld zijn)
-
Doordringendheid van sociale beïnvloedingDe grondstelling dat andere mensen zo goed als al onze gedachten, gevoelens en gedragingen beïnvloeden, ongeacht of anderen fysiek aanwezig zijn of niet
-
Streven naar mastery (beheersing)Het motivationele principe dat mensen de behoefte hebben om gebeurtenissen in de sociale wereld te begrijpen en te voorspellen om beloningen te verkrijgen
-
Zoeken naar verbondenheidHet motivationele principe dat mensen de behoefte hebben aan steun, om aardig gevonden en geaccepteerd te worden door mensen en groepen waar ze om geven en die ze waarderen
-
‘mij en mijn” waarderenHet motivationele principe dat mensen er naar verlangen om zichzelf en andere mensen en groepen die verbonden zijn aan zichzelf, in een positief licht te zien
-
Oppervlakkig versus diepgaandHet verwerkingsprincipe dat mensen normaal gesproken weinig inspanning leveren om met informatie om te gaan, maar soms gemotiveerd zijn om informatie diepgaand te overwegen
-
ToegankelijkheidHet verwerkingsprincipe dat de informatie die het meest beschikbaar is, het meeste effect heeft op onze gedachten, gevoelens en gedrag
-
ConservatismeHet verwerkingsprincipe dat de standpunten van individuen en groepen moeilijk te veranderen zijn en zichzelf neigen in stand te houden
-
Sociale psychologieDe wetenschappelijke studie van de effecten van sociale en cognitieve processen op de manier waarop individuen waarnemen, elkaar beïnvloeden en tot elkaar relateren
-
0.1.1 Hoofdstuk 2
-
Wetenschappelijke theorieënEen verklaring die aan drie vereisten voldoet: Het gaat over constructen; het beschrijft oorzakelijke relaties; en is het is algemeen, hoewel de omvang van algemeenheid verschilt voor verschillende theorieën
-
ConstructenAbstracte en algemene concepten die gebruikt worden in theorieën en die niet direct te observeren zijn
-
Construct validiteitDe graad waarin de onafhankelijke en afhankelijke variabelen die gebruikt worden in onderzoek corresponderen met de theoretische constructen die worden bestudeerd
-
Vertekening in sociaal wenselijke antwoordenDe neiging van mensen om zich op een manier te gedragen waarvan ze denken dat anderen dat acceptabel vinden en goedkeuren
-
Interne validiteitDe graad waarin kan worden geconcludeerd dat veranderingen in de onafhankelijke variabele daadwerkelijk de veranderingen in de afhankelijke variabele hebben veroorzaakt in een onderzoek
-
Onafhankelijke variabeleEen concrete manipulatie of meting van een construct waarvan verwacht wordt dat deze andere constructen beïnvloedt.
-
Afhankelijke variabeleEen concrete meting van een construct waarvan verwacht wordt dat deze beïnvloed wordt door andere constructen
-
Niet experimentele onderzoeksontwerpenEen onderzoeksontwerp waarin zowel de onafhankelijke als de afhankelijke variabelen gemeten worden
-
Experimentele onderzoeksontwerpenEen onderzoeksontwerp waarin wetenschappers deelnemers willekeurig indelen in verschillende groepen en een of meer onafhankelijke variabelen manipuleren
-
Willekeurige toewijzingDe procedure van het toewijzen van deelnemers aan experimentele groepen zodat elke deelnemer een even grote kans heeft als ieder ander om in iedere groep te komen
-
Externe validiteitDe graad waarin de onderzoeksresultaten gegeneraliseerd kunnen worden naar andere mensen, tijden en situaties
-
ReplicatiesNieuwe studies doen in een poging bewijs te krijgen voor dezelfde theoretisch voorspelde relaties die gevonden zijn in eerder onderzoek
-
Informed consentToestemming die vrijwillig wordt gegeven door een persoon die besluit te participeren in een studie nadat verteld is wat er bij de deelname komt kijken
-
DebriefingDeelnemers van onderzoek informeren – zo snel mogelijk na deelname – over de doelen, methodes en wetenschappelijk waarde van de studie, en eventuele vragen bespreken die deelnemers zouden kunnen hebben
-
Demand characteristicsAanwijzingen in een onderzoeksopzet die ertoe leiden dat deelnemers conclusies trekken over wat de onderzoekers verwachten of wensen en dat daardoor de manier waarop de deelnemers zich gedragen wordt vertekend.
-
InterventiesPraktische stappen om gedrag te veranderen of problemen op te lossen
-
Zelfrapport metingenMeting gebaseerd op vragen over eigen gedachten, gevoelens en gedragingen van een individu
-
Observationele metingenMeting gebaseerd op het kijken en vastleggen van gedrag, inclusief online gedrag
-
‘Archival’ metingenMeting gebaseerd op onderzoek naar gedrag in verleden
-
‘Performance’ metingenDeelnemers wordt gevraagd een taak zo goed mogelijk uit te voeren
-
Fysiologische metingenGebaseerd op fysiologische metingen, zoals hartslag en spierbewegingen
-
EEG (electro-encephalographic)Metingen met elektrische impulsen op schedel om accuraat te meten wanneer er neurale activiteit plaatsvindt
-
fMRI (functional magnectic resonance imaging)Indirecte meting van activiteitlevels van specifieke hersengebieden
-
Onderzoek-designEen plan waarin staat hoe deelnemers geselecteerd en behandeld worden
-
ManipulatieVariëren van factoren als onafhankelijke variabele in een experimenteel onderzoek
-
ConfederateOnderzoeksassistent die een specifieke rol heeft in een onderzoek, maar doet alsof het ook een deelnemer is
-
Individualistische cultuurCultuur waarin mensen zichzelf als uniek zien en los van elkaar
-
Collectivistische cultuurCultuur waarin mensen zichzelf in relatie tot de ander zien, gelinkt aan elkaar
-
VeldonderzoekOnderzoek dat plaatsvindt buiten het laboratorium
-
Meta-analyseSystematische techniek die zoekt naar studies over een bepaald onderwerp en deze resultaten ordent
-
MisleidingDeelnemers ongeïnformeerd houden of actief misleiden over aspecten van onderzoek
Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting. +380.000 andere samenvattingen. Een unieke studietool. Een oefentool voor deze samenvatting. Studiecoaching met filmpjes.
Laatst toegevoegde flashcards
Een effect van een vergelijkingsstandaard of prime waardoor het oordeel van de waarnemer meer op de standaard lijkt
Assimilatie Effect
Een effect van een vergelijkingsstandaard of prime waardoor het oordeel van de waarnemer meer verschillend van de standaard lijkt
Contrast effect
De theorie dat mensen hun persoonlijke kwaliteiten leren kennen en evalueren door zichzelf te vergelijken met anderen heet;
Sociale vergelijkingstheorie
(Festinger)
(Festinger)
De reacties van anderen hebben het grootste effect op het zelfconcept wanneer mensen;
- Onzeker zijn
- Zelfconcept nog in ontwikkeling is ( kinderen )
denken aan werkelijk of ingebeeld gedrag verhoogd de toegankelijkheid van
Gerelateerde persoonlijke karakteristieken.
(dit kan zelfs je daadwerkelijke prestaties verbeteren)
(dit kan zelfs je daadwerkelijke prestaties verbeteren)
Externe beloningen ondermijnen de
(Mark Lepper demonstreerde dit met kinderen en kleuren; kinderen met vooraf beloofde certificaat 'Good Player' lieten later een verlaagde motivatie zien, tegenover de kinderen die geen of onverwachts een certificaat kregen.)
Extrinsieke motivatie zegt niet alleen minder over onze innerlijke kwaliteiten, het vermindert ook
Het plezier bij uitvoeren van
We trekken eerder conclusies over ons eigen gedrag, wanneer dit gedrag
Vrij gekozen is ( intrinsieke motivatie )
Theorie dat we over onszelf leren door te kijken naar onze eigen gedragingen, maar alleen als we nog geen sterke innerlijke gedachten of gevoelens hebben over dat specifieke deel van ons zelf;
Zelf-perceptie theorie ( Daryl Bem's )
We construeren ons zelfconcept op verschillende manieren;
- Door observeren eigen gedrag (zelfperceptie theorie).
- Door eigen gevoelens en gedachten.
- Door reacties van anderen op ons. (looking-glass self)
- Door sociale vergelijkingen met anderen.